angsthazen

In de nabeschouwingen van de Kamerverkiezingen wordt door sommige commentatoren gesteld dat Nederland een land van angsthazen is geworden. Mensen die bang zijn dat zij door de economische crisis hun zekerheden zullen verliezen. Etymologisch is het woord angst verwant aan het woord eng. Angst verengt het denken. Degenen die menen dat wij een volk van angsthazen zijn geworden vergeten dat angst weliswaar een van de eerste reacties is op een crisis maar dat het denken zich daarna herstelt. Het is nu anderhalf jaar na het uitbreken van de crisis. Na de verwerking van de emotionele schok en de vraag hoe dit alles heeft kunnen gebeuren bezinnen we ons nu op de vraag hoe we verder moeten. We kijken daarbij naar onze portemonnee en wat daar nog in zit. Bezinnen ons op de vraag hoe we ons met het resterende vermogen en inkomen kunnen aanpassen aan de nieuwe situatie. In dit proces kijken we niet alleen naar onze eigen bestedingen maar ook naar de vijftig procent van ons inkomen dat naar de belastingen gaat. Ook ten aanzien van dit geld zijn we kritischer geworden. We stellen ons onder andere de vraag of het wel bij de juiste mensen terecht komt en hoeveel geld we in hen willen investeren. De afweging die we daarbij maken kleurt onze politieke stem. Degenen die ons op grond daarvan angsthazen noemen vergeten wat hazen zijn. Het zijn dieren die in een crisis snel en doelgericht rennen waarbij ze de jagers in verwarring achterlaten. Jagers die vervolgens hun onvermogen maskeren met de gedachte dat niet zij maar de hazen zwak zijn.