Ik concentreer me op het begrip begeerte. Voor veel mensen een ander woord voor libido. Ik concentreer me opnieuw. Het synoniem drang komt bij me op en in het verlengde daarvan het begrip overlevingsdrang.
De begrippen libido en overlevingsdrang doen me denken aan de boeddhistische middenweg. De weg tussen zintuiglijk genot en zelfpijniging. Pas toen hij beide extremen wist te vermijden ontwaakte Siddharta Gautama als Boeddha.
De link die ik leg tussen libido en zintuiglijk genot is me duidelijk. Ik vraag me af waarom ik aan zelfpijniging denk bij het begrip overlevingsdrang. Uiteindelijk zie ik ook daar de link: Asceten die zichzelf pijnigen om boven hun overlevingsdrang uit te stijgen.
Ik concentreer me nu op de samenhang tussen de vier begrippen. Het woord levenskracht komt bij me op. De kracht die zich als een golf voortplant in het heelal. De kracht die ik ervaar in alles wat ik denk, voel en doe, de kracht waarmee ik mezelf voortplant.
Ik probeer de gedachtegolf te stoppen. Het lukt niet. Ik wil verder. Ik zoek het begrip begeerte op in het woordenboek: sterk verlangen naar iets. Ik pak het etymologisch woordenboek erbij en onderzoek de oorsprong van het begrip verlangen: langer maken, uitstellen.
Ik zucht, verlang nog één ding: aankomen waar de golf zal landen, daar waar tegenstellingen verdwijnen op de middenweg. Ik lach om mijn verlangen. Waarom zou ik willen uitstellen wanneer ik er al ben?
Zie ook: Wat is liefde?