Categorie: buitenaards

Waarom zouden we de mogelijkheid van buitenaards leven niet in de beschouwing van onze wereld meenemen? Lees eerst de column buitenaards.

fantasy

Ik denk aan de fantasy film die ik gisteren zag. Stel dat wat hierin werd verbeeld ergens in het universum mogelijk zou zijn. Zou ik er dan aan mee willen werken? Ik laat de vraag bezinken en denk terug aan hoe ik vanochtend geïnspireerd aan het schrijven was en hoe ik vanmiddag tijdloos bezig was in de tuin. Ik ben eigenlijk al bezig op een manier die voor anderen en voor aliëns misschien fantasy is.

Zie ook:
happy end
gevoelens die blijven
duurzaam
universum

happy end

Willem, geloof jij in een leven na de dood? Voor veel mensen is geloven zeker weten. Voor mij is niets zeker maar ik denk niet dat het leven eindigt met een happy end. Dat het leven haar definitieve bestemming vindt in een paradijs van vrede en liefde. Zo’n plaats is niet onmogelijk maar is hoogstens een rustruimte, een oplaadpunt om je reis voort te zetten. Waar leidt deze reis dan naartoe? Ook dat weet ik niet. Het zou zomaar een andere planeet kunnen zijn. Wat ik wel weet is dat de reis uiteindelijk geen bestemming zal hebben. Het begrip reis is namelijk niet het juiste woord Het is geen reis van A naar B maar een stap in het hier en nu waar alles met elkaar is verbonden in oneindige scheppingskracht.

Zie ook:
fantasy
goddelijk feestje
Is er leven na de dood?
paradijs
de zandloper

de blauwe planeet

Sinds het bestaan van de ruimtevaart spreken astronauten bijna verliefd over ‘de blauwe planeet’. Zouden buitenaardse bezoekers, wanneer ze ons zouden bezoeken, dezelfde ontroering ervaren? Hebben ze trouwens wel ons gezichtsvermogen? Misschien is de aarde voor hen niet meer dan een grijze grauwe planeet. Zijn we ‘in hun ogen’ wel zo bijzonder als we zelf denken? Zijn we voor hen misschien niet meer dan een mierenhoop? Een wirwar van wegen en hokjes met bewoners die door elkaar heen krioelen, samen paren, elkaar bestrijden en andere mieren en insecten in slavernij gevangen houden, hen uitmelken en vermoorden. Hoeveel bescheidener zouden we zijn wanneer we op deze manier naar onszelf zouden kijken?

Zie ook: afstand nemen

eeuwig leven

Stel dat je de mogelijkheid zou krijgen om onsterfelijk te worden, zou je daar dan voor kiezen? Mijn antwoord is: Nee! Een eeuwig leven hier op aarde trekt mij niet aan. Het leven zou een herhaling van zetten worden. Een herhaling van ongemakken en pleziertjes in een bestaan waar de natuurlijke overlevingsdrang is verdwenen. Als ik toch zou mogen kiezen dan koos ik voor een leven op een andere planeet waar ik voor nieuwe uitdagingen zou komen te staan. Maar nog liever zou ik de empathische observator willen zijn van het zich eindeloos herscheppende leven. Ik hoef daar trouwens niet op te wachten. Ik kan dat ook nu al zijn.

universum

Is mijn spirituele ervaring echt of is ze het product van mijn ego dat zijn eigen universum creëert? Soms denk ik dat dit zo is. Dat ik een in zichzelf gekeerde geest ben die zit opgesloten in zijn eigen universum. Maar is dit een probleem? Is het universum dat ik creëer meer of minder waard dan andere universums? Zijn er trouwens wel meerdere universums? Is er niet slechts één universum? Is het bovendien niet de aard van dit universum dat het de manifestatie is van zijn eigen betrekkelijkheid? En is het feit dat ik deze betrekkelijkheid inzie niet de kern van mijn spirituele ervaring? Wat doet het er in dat geval nog toe of mijn universum echt is of fictief?

Zie ook:
existentie en essentie
fantasy

buitenaards

Volgens de astronomie zijn er alleen al in ons melkwegstelsel tientallen miljoenen planeten die net als de aarde een leefbaar klimaat hebben. Wanneer je naar het heelal kijkt dan gaat het om miljarden planeten waar intelligent leven mogelijk is. De vraag is of de intelligentie van de wezens die er wonen op die van ons lijkt. Onze intelligentie heeft namelijk een bijzondere ontstaansgeschiedenis. Ze begon met een strijd om te overleven, een strijd die nog altijd wordt gekleurd door de primaire emoties vechten en vluchten. Een tweede belangrijke fase was de drang om je lot te verbinden aan dat van anderen. Hierdoor kregen kinderen de tijd om te leren. De derde belangrijke fase was het vermogen om je in te leven in abstracte en metafysische onderwerpen. Is de tijd nu aangebroken voor een vierde fase waarin we onze aardse intelligentie zullen overstijgen met buitenaardse ‘transcendentale intelligentie’? Betekent buitenaards daarom behalve ‘van buiten de aarde komend of zich daar bevindend’ ook ‘buitenzintuiglijk, transcendentaal’?

Zie ook: morele pijler

1 2