Ons ego ontstaat omdat we het gevoel van geborgenheid en zekerheid, waarmee we ter wereld komen, willen vasthouden. Na de geboorte blijken deze gevoelens namelijk niet zo zeker te zijn. Ouders verbinden allerlei regels en voorwaarden aan hun liefde. Om hun liefde vast te houden kan een kind een aantal dingen doen. Het kan zich op de eerste plaats inschikkelijk tonen. Dit uit zich in het extra lief zijn voor de ouders of in het zo goed mogelijk voldoen aan hun voorwaarden. Wanneer dit niet lukt kan het zich tegen zijn ouders afzetten of zich in zichzelf terugtrekken. Ieder kind ontwikkelt op deze manier een strategie waarmee het zijn gevoel van geborgenheid en zekerheid probeert vast te houden en te versterken. Deze strategie wordt uiteindelijk een automatisme dat de kern vormt van het ego.
Zie ook:
onvoorwaardelijk
zelfstandig