Het is de natte droom van veel natuurkundigen om als eerste een theorie te formuleren waarin de vier fundamentele natuurkrachten worden verenigd, de sterke en zwakke kernkracht, de elektromagnetische kracht en de zwaartekracht. Zelfs Einstein is het niet gelukt om deze krachten in één theorie samen te vatten. Dit betekent niet dat het de mens nooit zal lukken. Het is echter de vraag of een theorie alles zal verklaren. Of bijvoorbeeld de vier fundamentele natuurkrachten wel de enige krachten in het universum zijn. Gelukkig hoeven we niet op een verklaring te wachten. We hebben dan wel geen theorie van alles maar wel een besef van alles. Een besef dat voor een deel door de natuurkunde in begrippen en wetten is vertaald zoals in het begrip ruimtetijd. Door je opvattingen over ruimte en tijd los te laten ervaar je dat ruimte en tijd één geheel vormen. Binnen de filosofie stond deze ervaring aan de basis van het pantheïsme, het idee dat geest en stof één zijn, dat het de eigenschappen zijn van een goddelijke substantie die op en door zichzelf bestaat.
Zie ook:
de slang die in haar eigen staart bijt
cirkel
de schepping
in de schepping staat niets vast