Een democratie houdt op te bestaan wanneer ze haar innerlijke beschaving verliest die bestaat uit met elkaar gedeelde waarden als: zelfreflectie, zelfkritiek, persoonlijke groei en ontwikkeling, sociale verdraagzaamheid, vrije meningsuiting, inclusief denken en de bereidheid compromissen te sluiten. De overheid dient deze waarden te beschermen. Hiervoor dient zij aan de volgende voorwaarden te voldoen: openheid, toegankelijkheid, vrije verkiezingen, scheiding van kerk en staat en scheiding van wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht. Ook dient zij ruimte en bescherming te bieden aan onafhankelijke kennisontwikkeling en waarheidsvinding. Wanneer een democratie deze waarden en voorwaarden laat verslappen wordt zij een prooi van graaiers, narcisten en machtswellustelingen.
Zie ook:
het Westen
inclusief denken