Volgens onderzoekers van Case Western University en British Columbia wordt je vermogen om te geloven verzwakt door je analytisch denken en wordt het versterkt door je empathie. Dit geldt misschien voor de wetenschap en voor de godsdienst maar niet voor de rede en de spiritualiteit. In de wetenschap doe je aannames en toets je deze met je analytisch denken. Om te kunnen geloven dien je precies het tegenovergestelde te doen. Je dient jezelf in te kunnen leven in bepaalde aannames en jezelf er blind aan over te geven zonder ze analytisch te toetsen. Waar wetenschap en godsdienst tegenover elkaar staan, liggen rede en spiritualiteit in elkaars verlengde. Doel van de rede is om vragenderwijs door te dringen in de kern van het bestaan met vragen als: Wie ben ik? Wat ben ik? Waarom leef ik? Op het moment dat je de kern raakt neemt de spirituele ervaring het van je over. Een ervaring waar geen analytische gedachten en empathische gevoelens voor bestaan.
Zie ook:
Wat ben ik?
Wie ben ik?
religie of hedonisme
de drie d’s
vertrouwen
existentie en essentie