In ons gezin werd er in de periode voor Pasen gevast. Snoepjes die we kregen werden in een trommel bewaard en aan het einde van de vasten onder alle kinderen verdeeld. Ik herinner me nog goed hoe we met negen kinderen rondom de tafel zaten en kritisch toekeken hoe mijn vader de snoepjes in gelijkwaardige porties verdeelde. Een iets grotere toverbal stond bijvoorbeeld gelijk aan twee zuurtjes. Toen hij klaar was kreeg ieder kind een van de negen naast elkaar liggende stapels door een lootje te trekken. Alhoewel ik niet de toverbal had was het verdelen voor mijn gevoel eerlijk verlopen. Terwijl ik hieraan terugdenk besef ik dat ik een innerlijke meetlat hanteer om te bepalen of iets eerlijk is. Ik laat dit nog wat dieper tot me doordringen en besef dat de meetlat ook een belangrijke rol speelt in mijn gevoel van rechtvaardigheid. De oorspronkelijke betekenis van rechtvaardig is ‘een rechte vaart hebbend’. Terwijl ik hierbij stil sta krijg ik het beeld van een rechte lijn die in gelijkwaardige delen en verhoudingen is opgedeeld. Mijn gevoel van eerlijkheid en rechtvaardigheid is de vertaling van deze meetlat. Je kunt haar overal langs leggen, van de stapeltjes snoep tot aan de gulden snede in de kunst en onze opvattingen over gerechtigheid.
Zie ook:
rechtvaardigheidsgevoel
eerlijk
liegen en bedriegen
over de doden niets dan goeds