God, wie bent u?

Goedemiddag God, ik heb een vraag: Wie bent u? Hallo Willem, ik ben alles wat jij van mij maakt. Zelf ben ik niets. Ik ben slechts iets in jouw geest. Maar God, hoe kunt u niets zijn en toch iets in mijn geest? U hebt zelfs een naam. De mens geeft mij die. Wanneer hij tegen een grens aanloopt en er is niemand die hem kan helpen doet hij een beroep op mij, een denkbeeldig wezen. Iemand die er altijd voor hem is en die hem kracht en troost geeft wanneer hij het zelf niet meer weet. Maar dan bent u slechts een product van de verbeelding, iets onwezenlijks. Dat klopt. Ik ben slechts een tussenstation op je reis naar je binnenste. Je zult alles, dus ook het beeld dat je van mij hebt, los moeten laten om je bestemming te bereiken. Maar waarom wou je me eigenlijk spreken? Je bent dit station toch al gepasseerd? Ja, maar het is belangrijk dat ik blijf reflecteren op wat er in mij leeft, zelfs wanneer dit met een denkbeeldig persoon is. Graag gedaan, goede reis.

Zie ook:
goddelijk feestje
een goddelijk persoon