identiteit

Gisteren zag ik in een documentaire hoe mannen, vrouwen en kinderen in Syrië worden gemarteld. Mijn hart stond stil. Woede, verdriet en mededogen vulden de leegte. Nu, een dag later, probeer ik te doorgronden wat ik heb gezien. Wat bezielt folteraars om met z’n allen boven op de slachtoffers te gaan staan voor een groepsfoto nadat ze hen urenlang hebben geschopt en geslagen? Ik kan maar één reden bedenken. Het verlangen naar een eigen identiteit. Een identiteit die folteraars ontlenen aan een scheiding tussen ik en jij. Door zich af te zetten tegen hun slachtoffers voeden ze hun denkbeeldige identiteit. Beseffen niet dat identiteit niet zit in het overheersen van de ander maar in het aanwezig zijn in het hier en nu, daar waar de pijn van de een de pijn van de ander is. Daar waar het begrip identiteit nog de betekenis heeft van idem ‘hetzelfde, dezelfde’.

Zie ook: identiteitscrisis