Ik ben hard voor mezelf. Wanneer ik iets wil dan zet ik door, al ga ik eraan kapot. Ik ben echter soms ook een watje. Wanneer iemand iets voor me doet en het gaat niet zoals ik wil dan zeg ik er niets van omdat ik vind dat ik de ander de ruimte moet geven én omdat ik geen zin heb in de discussies die soms ontstaan. Dit vermoeit me zoals vandaag. Ik sta stil bij mijn vermoeidheid. Ze lost op door de aandacht die ik eraan geef. Terwijl de kracht in me terugstroomt besef ik dat ik mijn zachtheid probeer goed te praten. Ik ben oké, óók wanneer ik bij een klacht mijn kracht en vastberadenheid toon.
Zie ook: ik ben oké, jij bent oké