ik en mijn lichaam

In de loop van de jaren is de band die ik met mijn lichaam heb veranderd. Als kind was ik mijn lichaam. In mijn pubertijd ontdekte ik dat het een bron was van genot. In mijn arbeidzame leven dwong ik het om mijn geest te volgen. Dit deed ik ondanks dat ik wist dat ik er roofbouw op pleegde. Nu ik ouder ben besef ik dat mijn lichaam altijd een dienstbare metgezel is geweest. Door mijn ziekte heeft het echter de grens van haar meegaandheid bereikt. De rollen worden nu omgedraaid. Ik dien dienstbaar te zijn naar mijn lichaam, alert te reageren op haar signalen en mijn gedrag en medicatie aan te passen. Ik moet met andere woorden een pas op de plaats maken en weer meer mijn lichaam zijn.