Als dier probeerden we tastend, snuffelend en proevend te bepalen of iets eetbaar was. In de loop van de tijd veranderde dit zintuiglijk onderzoek in wetenschappelijk onderzoek. Wetenschappers onderzoeken systematisch en controleerbaar de wereld waarin ze leven. Zoeken naar een verband tussen de feiten die ze vaststellen. Hun onderzoek stopt nooit. Achter ieder vastgesteld feit duiken nieuwe feiten op. Feiten waarvoor niet altijd een sluitende verklaring kan worden gevonden. In de schepping staat namelijk niets vast, zelfs deze bewering niet.
Zie ook: de theorie van alles