Wat me opvalt bij veel heiligen is hun ascetische levenswijze. De fysieke ongemakken die ze zichzelf opleggen door bijvoorbeeld te vasten en de wijze waarop ze hun denken uitschakelen door zich over te geven aan gebed. Vaak krijgen ze daarbij verschijnselen die lijken op bijna dood ervaringen, zoals het contact met een liefdevolle bron. Deze ervaringen blijken echter ook mechanisch te kunnen worden opgewekt door bepaalde hersengebieden te prikkelen. De levensstijl van heiligen is eigenlijk ook een mechanisch proces. Een proces van versterven waardoor een bijna dood ervaring wordt opgewekt. Wanneer je op deze manier naar heiligen kijkt dan lijkt dat hun ervaring te bagatelliseren. Maar wat is belangrijker, het mechanische aspect of de inzet en beleving van de heilige?
Zie ook:
de drie d’s
heiligen