Ik merk dat ik nonchalant word. Niet in de betekenis van onverschillig, slordig en ongeïnteresseerd maar in de betekenis van cool, relaxed, ongedwongen, zonder zorgen, naturel. Steeds vaker stap ik nonchalant over gedachten en gevoelens heen. Ik geef ze niet de kans om me in beslag te nemen, me met onwrikbare banden af te sluiten van wat ik waardevol vind: ontspannen en vrij in het leven staan. Soms dreig ik bijvoorbeeld te worden opgeslokt door fysieke en mentale klachten als gevolg van mijn ziekte. Wanneer dit gebeurt laat ik de klachten aan me voorbij gaan en richt me op de geestelijke rust en stilte in me. Dit is niet altijd even gemakkelijk. Soms vraag ik me af ‘Hoe lang houd ik dit nog vol?’ maar besef tegelijkertijd dat ik ook met deze vraag nonchalant om moet leren gaan.
Zie ook:
registreren en regisseren
nu en steeds weer opnieuw
in de schaduw van het kwaad