overprikkeling

Door de ziekte van Parkinson neemt de hoeveelheid dopamine in mijn hersenen af. Het medicijn Levodopa vult dit aan maar heeft niet de flexibiliteit van de natuurlijke afgifte van dopamine. Hierdoor ontstaat er regelmatig een tekort. Als er een tekort is merk ik dit doordat ik bijvoorbeeld last krijg van overprikkeling. Ik kan dan de prikkels die op me afkomen niet goed verwerken. Dit kan al gebeuren wanneer de omstandigheden veranderen, zoals bij een bezoek. De tremor in mijn kaak en hand wordt dan sterker, ik krijg een droge mond, voel me hondsmoe en heb moeite om een gesprek aan te knopen. Communicatie is op zo’n moment überhaupt moeilijk omdat ik door de ziekte steeds meer een maskergelaat krijg en boos overkom. Op het moment dat ik overprikkeld ben ontstaat er bovendien een druk in mijn hoofd waardoor ik het gevoel krijg de grip op mezelf kwijt te raken. Deze druk kun je het best vergelijken met wat er met jezelf gebeurt wanneer je geconcentreerd bezig bent en iemand stoort je: Je stopt met wat je aan het doen bent, probeert je concentratie vast te houden, hoopt dat de ander vertrekt maar zegt dat niet. De druk die je dan ervaart voel ik wanneer ik in een andere omgeving kom of wanneer de omstandigheden veranderen. Bekenden weten dit en laten me dan even met rust zodat ik kan acclimatiseren. Zij weten dat ik niet apathisch ben ‘lusteloos, onverschillig, ongevoelig, ongeïnteresseerd’ maar dat ik last heb van mijn ziekte.

Zie ook:
off moment
informatievloedgolf