Wanneer ik iets wil gaan doen dan zie ik hem denken: Dat wil ik ook. Hij pleegt plagiaat, kopieert het leven van anderen, voegt er niets aan toe. Terwijl ik dit bedenk vraag ik me af of ik wel het recht heb om deze conclusie te trekken. Als beschouwer pleeg ik immers ook plagiaat. Ik ben afhankelijk van hetgeen ik beschouw. Deze vraag is een voorbeeld van modernisme. Alle elementen zijn aanwezig, van intens bewustzijn tot zelfreflectie en de constatering dat de waarneming afhankelijk is van het ingenomen standpunt. In het postmodernisme ga je verder. Je laat de zoektocht naar een alomvattende verklaring los. Dit wekt de volgende vraag bij me op: Heb ik het zoeken losgelaten of is mijn zelfkritiek het bewijs dat ik nog steeds zoekende ben? De vraag voert me voorbij het postmodernisme. Begin en einde van mijn zoektocht verbinden zich in een eindeloos droste-effect met elkaar. Mijn plagiaat wordt duizendvoudig herhaald. Ik lach, de vragen hebben me bevrijd.
Welkom » Columns » hoofdcategorie denken » filosofie » postmodernisme