Naast mijn huis lopen vijf schapen, een ram en vier ooien. Samen vormen ze een kleine kudde. Regelmatig vinden er schermutselingen plaats waarbij de schapen hun plaats in de groep bevechten. Gedreven door hun driften, slaan ze de koppen tegen elkaar om te bewijzen wie de baas is.
Als mens doen we hetzelfde. Van jongs af aan bevechten we onze positie in de groep. We strijden met broers, zussen en leeftijdsgenoten om de beste plaats aan de voederbak. Ouder geworden, bevechten we onze collega’s op weg naar de top. Nationaal en internationaal strijden we voor een eigen ruimtelijk en moreel territorium.
In de Nederlandse cultuur bepaalden we tot nu toe de grenzen van ons territorium met het verstand. Dit gebeurde steeds genuanceerder. Je moest heel taalvaardig zijn om er nog iets van te kunnen begrijpen. De laatste jaren zien we een tegenbeweging. Het vaststellen van de grenzen wordt meer en meer een emotioneel proces.
Politici, opgegroeid in de verstandscultuur, proberen nu krampachtig aansluiting te vinden bij de emoties van de kiezers. Deze onderzoeken op hun beurt hun grenzen via de emotie tv. Beschermen emotioneel assertief hun territorium op straat en in de politiek. Durven steeds krachtiger hun emotionele grens aan te geven.
De ruimte die we voor onze emoties claimen gaat ten koste van het verstand. Het zwart-wit denken groeit. Het zal nog wel enige tijd duren voordat de balans is hersteld. Voordat het zo ver is, bent u misschien geholpen met het idee dat de schapen naast mijn huis tot het kleinste schapenras op deze wereld behoren.
Zie ook: primitief