In de roman `misdaad en straf` van Dostojevski, in het Nederlands vertaald als `schuld en boete`, vermoordt Raskolnikov een woekeraarster. Hij doet dit vanuit een moreel superioriteitsgevoel. Langzaam begint echter zijn geweten te knagen. Uiteindelijk accepteert hij dat hij `een luis is als alle anderen` en aanvaardt zijn straf.
De titel van dit boek bleef de afgelopen week in mijn hoofd rondzingen. Uiteindelijk besefte ik dat wat mij bezig hield te maken heeft met de vraag die we stellen wanneer we iets ergs meemaken: Waarom moet mij dit overkomen? Waarom moet ik lijden?
Het antwoord op deze vraag zit opgesloten in de twee verschillende vertalingen van de titel. Maatschappelijk zijn we onderworpen aan groepsregels. Vergelding is een van de regels. Wanneer je een misdaad pleegt dan word je gestraft.
De vertaling `schuld en boete` gaat verder. Deze gaat er vanuit dat we een persoonlijke prijs moeten betalen in de vorm van schuldgevoelens zodra we onze misdaad beseffen. In ons dualistisch denken proberen we deze gevoelens te compenseren door boete te doen.
Wanneer je dit dualisme los laat ontdek je dat achter het lijden mededogen schuil gaat. Dat je het lijden dient te gedogen, te accepteren dat je een luis bent als alle anderen.