theocratisch Amerika

Volgens de leiders in een theocratie zijn zij door god uitverkoren voor een gecombineerde politieke en religieuze taak. Dit is anders dan in een democratie waar kerk en staat wettelijk zijn gescheiden. In Amerika ligt deze scheiding vast in het eerste amendement van de grondwet. Dit amendement verbiedt het Congres wetten te maken die een bepaalde religie bevoorrechten. Desondanks glijdt Amerika af naar een theocratie. Op het eerste oog valt dit niet op omdat er bijvoorbeeld  geen presidenten zijn die ook een geestelijk ambt bekleden. Toch heeft de geestelijkheid een grote vinger in de pap via christelijke organisaties als ‘The Fellowship’. Bovendien heeft iedere president persoonlijke banden met fundamentalistische predikanten en is hij voor zijn verkiezing van hen afhankelijk. Voor deze christenen maakt het niet uit of de president doodsbedreigingen uit, liegt, bedriegt, zijn macht misbruikt en zich bezondigt aan zelfverheerlijking zolang hij hun politieke agenda maar ten uitvoer brengt, zoals de aanstelling van conservatieve rechters bij het hooggerechtshof.

Zie ook: theocratie