uit mijn doen

Ik ben uit mijn doen. Jarenlang heb ik keihard gewerkt. Ik ben tot aan mijn grens en over mijn grens gegaan. Nu ik gestopt ben met werken moet ik afkicken. Als een verslaafde vraagt mijn lichaam echter om door te gaan. Ik geef hier niet aan toe. Ik merk namelijk dat doorgaan niet goed voor me is. Mijn lichaam protesteert met hartkloppingen en hoge bloeddruk. Niet toegevend aan de druk zoek ik naar een nieuwe balans van lichaam en geest. Gelukkig trekt mijn ziel zich niets aan van dit alles. Het beziet mijn gedoe met een glimlach.