Ik kom soms mensen tegen die de volgende stelling hanteren. ‘Ik werk van 9 tot 5 voor mijn baas. De tijd daarna is voor mezelf.’ Zij zetten hun telefoon uit om vijf uur of hebben een geheim nummer om niet te worden gestoord. Ik heb moeite met deze principiële opstelling en reageer vaak als volgt: Wanneer je partner je overdag belt, neem je dan ook niet op? Regel je nooit eens telefonisch een privé-zaak op het werk?
Er zijn ook mensen die zeggen dat ze thuis anders zijn dan op het werk. Laatst leidde dit tot het volgende gesprek: Uiteraard doe je dingen thuis die je op je werk niet doet, zoals slapen en vrijen. Of dut je wel eens in op je werk en behoor je misschien tot de 60% medewerkers die nog nooit een relatie hebben gehad met een collega? Nee (lacht), maar toch reageer ik anders. Ah, je hebt een gespleten persoonlijkheid. Nee. Ben je thuis dan misschien vrolijker? Soms. Vind je het thuis gezelliger? Soms (lacht). Geldt dat ‘soms’ ook voor je werk? Ja. Wat ga je thuis en op je werk doen om om van ‘soms’ ‘vaker’ te maken?
De dwangmatige scheiding tussen werk en privé geldt niet voor iedereen. Bij kunstenaars en vrije ondernemers lopen werk en privé vaak naadloos in elkaar over zonder dat dit spanningen bij henzelf of hun omgeving leidt. De vraag die je jezelf zou kunnen stellen is: Waarom lukt het hen wel om werk en privé te integreren en mij niet? De meeste werknemers zouden heel wat gelukkiger zijn wanneer ze zouden leven naar het antwoord op deze vraag.