zien

Vaak kijken we wel maar zien niet. Neem treinreizigers. Met een versteende blik staren ze voor zich uit. Ze kijken je aan maar zien je niet. Dit verandert zodra ze een bekende ontmoeten. Ze kijken elkaar aan en beginnen te stralen. Zelf zie ik ook niet altijd. Zo liep ik vandaag blind door de stad op weg naar een onbestemd doel. Vermoeid ging ik op een terras zitten en keek om me heen. Een man met een versleten boekentas keek mij aan. Ik glimlachte. Verrast door mijn glimlach lachte hij terug. In een flits zag hij mij en ik hem.

Zie ook:
kijken en zien
aanleg, omgeving en gedrag