Mijn denken helpt me om te overleven. Het bedenkt oplossingen en plant deze. Ik kijk in mijn agenda, zie een afspraak, bedenk wat er moet gebeuren en hoeveel tijd ik er voor nodig heb. Dit denken heeft een kop, een romp en een staart. Het is als een zin die begint met een hoofdletter en eindigt met een punt. Helaas beperkt mijn denken zich niet tot dit soort nuttige activiteiten. Wanneer het niets te doen heeft slaat het op hol. Het richt zich op denkbeeldige situaties. De gedachten die dit oplevert worden niet afgerond, er wordt geen punt achter gezet. Zij herhalen zich en blijven als een constante ruis mijn aandacht afleiden van het hier en nu. Mijn doel is een einde te maken aan dit repeterende, zinloze gedachtegeweld.
Zie ook: vicieuze gedachtecirkel